Diabetes type 2: ouderdomsdiabetes en overgewichtdiabetes

Diabetes type 2 kent 2 varianten

In mijn vorige blog beschreef ik een voorbeeld van slechte diabeteszorg.  Eén van mijn cliënten met diabetes type 2, die in een eerder traject werd behandeld volgens de reguliere richtlijnen van het behandelprotocol. Dat betekent een dieetadvies met veel koolhydraten. Dit heeft als resultaat dat de bloedsuikerwaarden zodanig hoog worden dat ze uiteindelijk insuline moest gaan spuiten. Heel vreemd dat ook bij diabetes 2 insuline wordt voorgeschreven!

Insulinevrij door focus op leefstijl

Dat het heel anders kan bewijzen de resultaten uit mijn praktijk waarbij  maar liefst 90 % van de mensen met diabetes type 2 en insuline, weer volledig vrij wordt insuline. Ik heb deze gegevens verzameld die later in een wetenschappelijk artikel zijn gepubliceerd. Lees daar hier meer over.

Ik zal uitleggen waarom ik zo streef naar geen insuline.

Vroeger ouderdomsdiabetes

Toen ik ruim 30 jaar geleden als diabetesverpleegkundige begon te werken was het nog gebruikelijk om diabetes in te delen in type 1 en type 2. Waarbij type 2 gelijk stond aan ouderdomsdiabetes. Inmiddels weten we dat het type 2 steeds meer op jonge leeftijd voorkomt en ook een heel andere oorzaak heeft dan ouderdomsdiabetes.

Het is daarom duidelijker om 2 varianten te onderscheiden bij diabetes type 2.

Tegenwoordig overgewichtdiabetes

Zelf ben ik daarom type 2 gaan indelen in 2 varianten. De verschillen leg ik uit met Laurel en Hardy als voorbeeld. Als dit duo namelijk allebei type 2 gehad zou hebben, dan zou Laurel (de dunne) ouderdomsdiabetes gehad hebben en Hardy (de dikke) overgewichtdiabetes. Beide zouden ze te hoge bloedsuikerwaarden gehad hebben maar de oorzaak is duidelijk anders.

Laurel en Hardy

Bij Laurel, waarbij geen sprake is van een hoge buikomvang, zou de diabetes inderdaad pas op hogere leeftijd ontstaan zijn. In ieder geval na zijn 70e . De B-cellen in de alvleesklier die insuline moeten maken, zijn oud geworden en werken daardoor minder goed. Er is dus een te kort aan insuline waardoor bloedsuikerwaarden kunnen stijgen.

Bij Hardy, waarbij wel sprake is van een hoge buikomvang, is géén sprake van een tekort aan insuline op moment dat hij diabetes kreeg. Bij overgewicht is per definitie géén tekort aan insuline. Bij een tekort aan insuline val je namelijk altijd af. Er is sprake van insulineresistentie als oorzaak van verhoogde bloedsuikers. Een kenmerk van insulineresistentie is juist een overmaat aan insuline: hyperinsulinemie.

Te veel insuline: hyperinsulinemie

Er wordt door het lichaam te véél insuline aangemaakt omdat de insuline zijn werking niet goed kan doen. Bij insulineresistentie zitten de ‘sleutelgaten’ ofwel insulinereceptoren, verstopt met andere ‘sleutels’ dan insuline. Deze andere sleutels zijn bijvoorbeeld stresshormonen als adrenaline en cortisol. Maar ook medicijnen als prednison en statines kunnen dit doen. Iedereen met diabetes type 2, die insuline therapie gaat starten, weet dat je vanaf die tijd een paar kilo in gewicht aankomt waardoor nóg meer sleutelgaten dicht gaan zitten. Er ontstaat zo een vicieuze cirkel.

Diabetesbehandeling nieuwe stijl

Slimmer is het dan om te zorgen dat die sleutelgaten weer open gaan en dat lukt door af te vallen en bewegen. Afvallen is haast onmogelijk bij veel insuline. Daarom is het slim om minder koolhydraten te eten. Door een koolhydraatarme voeding dalen de bloedsuikerwaarden en zijn er minder medicijnen. De insuline kan stoppen. Ik mijn praktijk lukt dat bij ruim 90% van de mensen met diabetes 2 die insuline spuiten, om weer insulinevrij te worden. Zie ook het vorige blog.

Vaak is hier begeleiding bij nodig omdat het niet altijd direct omkeerbaar lijkt. Soms duurt het langer om de insuline af te bouwen en er zijn valkuilen.  Maar mijn doel is geen insuline als er sprake is van insulineresistentie.

Ook bij Laurel is het slimmer om minder koolhydraten te eten omdat de overgebleven B-cellen het dan makkelijker redden.

Insuline is een opslaghormoon

Wat is de rol van insuline in het lichaam? Daar wil ik volgende keer op in gaan.